Het is duidelijk dat de keuze aan het eind van het derde leerjaar een belangrijke beslissing kan zijn voor met name de leerlingen. Om hen daarbij te steunen en - waar mogelijk - te adviseren, heeft een van de docenten de functie van schooldecaan. Haar taak omvat het geven van voorlichting, het verzamelen van documentatie en het voeren van gesprekken met individuele leerlingen en hun ouders. In het derde, vierde en vijfde leerjaar worden door de decaan enkele keuzelessen gegeven, die toegevoegd worden aan het verplichte lesrooster. Deze taakafbakening neemt niet weg, dat ook de overige docenten en de schoolleiding veel zorg besteden aan de keuzebegeleiding. Aan de definitieve vaststelling van de profielkeuze gaat een informatiebijeenkomst voor leerlingen èn ouders vooraf. Een groot succes is de jaarlijkse Speeddate, waarbij ouders telkens in enkele minuten de vragen van de bovenbouwleerlingen over hun beroepspraktijk beantwoorden. De decaan verstrekt daarnaast onder meer inlichtingen over vervolgopleidingen en het aanvragen van studietoelagen. Ook kunnen leerlingen bij haar terecht voor problemen die zijdelings met de keuze van vakken samenhangen. Ouders die contact wensen met de decaan over het te kiezen profiel of de te volgen (beroeps)richting, kunnen vanzelfsprekend te allen tijde een afspraak maken.
De taak van de vakdocent
De vakdocenten zijn en blijven (in hoofdzaak) verantwoordelijk voor de inhoud van hun lessen en de begeleiding in hun vak. Zij leren de vakspecifieke studievaardigheden en strategieën aan. Daarnaast hebben zij oog voor het welzijn van de leerling. De vakdocenten observeren de leerling en signaleren wanneer het gedrag of de resultaten van de leerling aanleiding geven tot vragen. Ook op sociaal-emotioneel gebied geven zij de leerling de nodige aandacht. Bij de begeleiding binnen het eigen vak leert de docent de leerling hoe om te gaan met een probleem en hoe inzicht te krijgen in zijn eigen gedrag. Daarnaast reflecteert de docent over het welbevinden van de leerling en diens studievoortgang in het vak. Door de som van al deze contactmomenten tussen leerling en docent, waarin o.a. de redenen van goede of slechte prestaties worden besproken, krijgt de leerling meer inzicht in zijn functioneren en de docent meer inzicht in de leerling.
Het Zorgteam
Het zorgteam bespreekt in een wekelijkse vergadering leerlingen, gesignaleerd door
medeleerlingen, docenten, Mentoren, Coördinator of Conrector, voor wie de reguliere
begeleiding niet (meer) volstaat. Er kan een voorlopige probleembeschrijving en een
intern begeleidingsplan worden opgesteld. Eventueel wordt er externe begeleiding
ingeschakeld. Dit gebeurt uiteraard in samenspraak met leerling en ouders/verzorgers.
Voorts wordt wekelijks de voortgang van de zorgleerlingen besproken (intern), 1 maal
per periode in het Zorgadviesteam (ZAT) en er gaat regelmatig informatie naar de
betrokkenen.
Aan het begin van ieder schooljaar vindt er een centrale screening plaats van alle klas 1
leerlingen voor dyslexie, waarna een eventueel oefenprogramma wordt opgesteld.
Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen een speciale dyslexiepas aangepast aan
hun specifieke behoeftes. Tevens wordt ere en begaafdsheidsonderzoek uitgevoerd,
waarna deelname aan verbredingsprogramma’s kan volgen. Tenslotte vindt ere en
screening plaats op sociale vaardigheden, met een mogelijk intern begeleidingstraject.
Voor alle klas 2 leerlingen is er een faalangstscreening, waarna zonodig interne
begeleiding en training volgt.